Vier wielen en een stuur. Dat is een auto. Geen auto heeft vleugels zoals een vliegtuig. Althans, dat dacht je. Maar zo’n beetje alle automerken blijken wel degelijk vleugels te hebben. Nou ja, alle… de meeste dan.


Propellor
In de meeste gevallen zijn het twee vleugels, heel soms één. En soms een propeller, zoals bij BMW en Spyker.
Dat zegt alles over de ambities van autofabrikanten: ze zijn veroordeeld tot de grond maar eigenlijk willen ze liever de lucht in.
Icarus
Automerken zijn als Icarus. Ze meten zich vleugels aan maar kunnen er niet mee vliegen. Hooguit laagvliegen, als ze tenminste heel hard kunnen.

Ontroerend
Dat heeft iets tragisch maar het is ook ontroerend: mannen – autofabrikanten zijn altijd mannen, vreemd genoeg – die met autootjes spelen maar ondertussen dromen van vliegen door de lucht, boven, onder en in de wolken.


Formule 1
Want echt hard gaan, echt snelheid maken, dat vereist vleugels. Dat zie je ironisch genoeg ook aan de allersnelste auto’s op aarde, Formule 1-auto’s. Die zijn uitgerust met buitenissige voor- en achtervleugels. Maar ook die storten op het moment dat ze menen te kunnen vliegen direct ter aarde. In de grindbak.
Met of zonder vleugels, een auto blijft wat het is: een laag-bij-de-gronds ding. Platvloers. Veroordeeld tot de grond gelijk.
(Met dank aan Ronald de Bruijn, die mij aan extra gevleugelde logo’s hielp, en aan Lucas Geusebroek die me wees op de Spirit of Ecstasy a.k.a. The Flying Lady, het boegbeeld van Rolls-Royce )































Comments
Eigenlijk mag Saab niet ontbreken. Dit merk had niet alleen meerdere “vliegende” logo’s. Het bouwde ook werkelijk vliegtuigen. En dat zag je niet alleen terug in het logo. Bovendien mag het merk sowieso nooit vergeten worden. Zo krachtig.
Je hebt helemaal gelijk Rik, Saab miste ik nog. Ik heb het nu toegevoegd. Jij vindt het gezien jouw toevoegingen vast jammer dat de vleugels rond 1970 uit het logo verdwenen om plaats te maken voor een griffioen.